Nadat de Titanic een aanvaring had gekregen met een ijsberg en begon te zinken, gaf Wallace Harley zijn orkest de opdracht te gaan spelen in de hoop dat de muziek de passagiers zou kalmeren, en het inschepen van de reddingsboten zo gemakkelijker zou maken. Veel van de overlevenden verklaarden later dat Wallace en zijn orkest tot het laatste moment door bleven spelen. Geen van de orkestleden overleefde de ramp.
Het verhaal van Wallace Hartley werd na de ramp al snel legendarisch. Welk nummer de band precies speelde tijdens de ramp is niet met zekerheid bekend, maar volgens veel verhalen was dit “Nearer, My God, to Thee”. Volgens muzikanten die in het verleden samen met Wallace hadden gespeeld zou dit nummer Hartley’s eerste keus zijn geweest in een lastige situatie zoals toen het schip zonk. In Walter Lords boek ‘A Night To Remember’ wordt echter vermeld dat het orkest het nummer “Autumn” speelde.
Het lichaam van Wallace Hartley werd twee weken na de ramp teruggevonden door de Mackay–Bennet als lichaam nummer 224. Het lichaam werd teruggestuurd naar Engeland voor de begrafenis. Bijna 1000 mensen waren hierbij aanwezig. Hij ligt begraven in Colne, waar ook een monument ter nagedachtenis aan hem is opgericht.