Na de ramp met de Titanic bleef hij werken bij de White Star Line.
Op 10 juli 1912 ging hij aan boord van de ‘Oceanic’ als 3e officier.
Later werd hij overgeplaatst naar de Olympic, de zusterschip van de Titanic. Rond deze tijd werden de ogen van Herbert minder en was hij gedwongen om een lagere rang aan te nemen. Hij werd purser. Herbert zou niet lang op de Olympic werken, want hij stapte over naar rederij ‘Shaw, Savill and Albion Company Ltd’. Hij ging aan boord van de SS Mataroa, hier ging hij werken als purser. Herbert zou nog 20 jaar bij deze rederij werken.
In maart 1946 werd hij door de rederij beloond door hem lid te maken van de Britisch Empire Order. Na zijn onderscheiding ging hij met pensioen.
Na zijn pensioen ging hij in Pitcombe, Somerset wonen, samen met zijn nichtje. Zijn vrouw Mimi was intussen overleden.
Op 7 december 1961 overleed Herbert op 84-jarige leeftijd aan de gevolgen van de subarachnoïdale bloeding.