Op 9 april 1912 meldde Mary zich aan bij de Titanic in Southampton, ze gaf ze aan dat ze 28 jaar was en het adres van haar zus Margaret. Mary was de enige vrouw uit Belfast die aan boord was van de Titanic.
Na de botsing met de ijsberg zei scheepsdokter Francis O’Loughlin tegen haar:
‘Dit ziet er slecht uit kind’
Thomas Andrew, de ontwerper van de Titanic, zei tegen haar:
‘Het is heel ernstig, maar houd het slechte nieuws stil uit angst voor paniek’.
Mary stond bij één van de reddingsboten die werd gevuld (reddingsboot 12 of reddingsboot 16). Thomas Andrews herkende haar en hij vroeg waarom ze nog aan boord van de Titanic was, Mary antwoordde:
‘Al mijn vrienden blijven achter. Het zou gemeen zijn om te gaan.’
Thomas Andrews zei tegen haar:
‘Het zou gemeen zijn om niet te gaan, je moet in een reddingsboot stappen.’
Mary stemde uiteindelijk toe.